Innerlijke Vrijheid
Het schilderij van de Italiaanse schilder Guercino (1591 - 1666) stelt het bezoek voor van Salome aan Johannes de Doper die door haar toedoen in de gevangenis zit en onthoofd zal worden.
De evangelist Marcus vertelt hoe de arrestatie van Johannes in verband staat met diens felle kritiek op het huwelijk van Herodes met Herodias. Hij had haar niet mogen trouwen, want zij was de echtgenote van zijn broer Filippus. Die kritiek werd hem door Herodias niet in dank afgenomen en sindsdien wilde ze hem doden. Herodes’ontzag voor Johannes was echter zo groot dat hij aan die wens geen gehoor wilde geven.
Op het verjaardagsfeest van Herodes dat groots gevierd werd, greep Herodias echter haar kans. Haar dochter wist Herodes met haar dansen zo te betoveren dat hij haar beloofde dat wat ze ook zou vragen, hij het haar zou schenken. Op influistering van moeder Herodias vroeg ze hem, haar meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper te geven. Hoezeer dit verlangen Herodes ook pijn deed, toch hield hij zich, ook al met het oog op de vele aanwezige gasten, aan zijn belofte (Marcus 6,14-29).
Marcus noemt de naam van de dochter van Herodias niet, maar de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vermeldt in de Joodse Oudheden dat zij Salome heette en dat Johannes gevangen zat in het fort Machaerus bij de Dode Zee.

De schilder Guercino heeft zich waarschijnlijk afgevraagd waarom Salome zo graag het hoofd van Johannes de Doper wilde hebben. Was het enkel om haar moeder te behagen? Volgens Sister Wendy is het overduidelijk: de schilder is van mening dat Salome door lust bevangen is, ze heeft haar zinnen op Johannes gezet, ze wil hem koste wat kost bezitten.
Guercino heeft dit tafereel op meesterlijke wijze weten uit te drukken. We zien Johannes in de gevangenis achter tralies, maar vóór die tralies staat Salome. Ze steekt haar hoofd door de tralies, haar hand houdt de tralies krampachtig vast met als effect dat het lijkt alsof juist zij erachter zit en niet Johannes. Salome kijkt ongelukkig naar zijn handen, ze zouden elkaar kunnen aanraken… Maar zo pijnlijk voor haar, Johannes, een knappe man met donkerbruin golvend haar en baard, de rechterschouder en een deel van de borst ontbloot, heeft zijn gezicht strak afgewend; zíjn handen liggen juist heel losjes en relaxed in zijn schoot. En dat, terwijl de ketting waar zijn handen aan vastgeketend zijn, duidelijk zichtbaar is.
Sister Wendy roept dan ook heel terecht de vraag op wie er hier nu eigenlijk gevangen zit. Is het wel Johannes of zou het toch niet eerder Salome zijn, want lust kan iemand volkomen in zijn greep houden, veel méér dan stenen en muren dat kunnen.
Inderdaad, lust, begeerte, macht, wraak- en geldzucht en zoveel andere ondeugden kunnen een mens gevangen houden, hem zo beheersen dat hij niet meer vrij over zichzelf kan beschikken. Verlangens van een vrij mens daarentegen zijn geworteld in liefde, zo wordt hij helemaal zichzelf (zie bijvoorbeeld de zaligsprekingen). Die mens is vrij om lief te hebben, om te vergeven, om te bidden, om de blijde boodschap te verkondigen, hij is vrij om de naaste te dienen, kortom, hij is vrij om het goede te doen.
Yvonne van den Akker-Savelsbergh